Onthulling gedenksteen “Gevallen drukkers”
Gisteren werd in het Oorlogsmuseum in Overloon de gedenksteen “Gevallen drukkers” onthuld. De steen werd in 1950 door Joop Veldheer gemaakt, ter nagedachtenis aan de drukkers die tijdens de Tweede Wereldoorlog gevallen zijn. Voorheen had de steen een plek in het gebouw van het KVGO in Amstelveen. Na de verhuizing van Amstelveen naar Schiphol-Rijk schonk het KVGO de gedenksteen aan het Oorlogsmuseum in Overloon.
Diverse leden en oud-leden van het KVGO en andere belangstellenden waren naar Overloon gekomen om bij de onthulling aanwezig te zijn. Dick Naafs, voorzitter van het KVGO, zei in zijn welkomstwoord dat met de gedenksteen niet alleen gevallen drukkers worden herdacht, maar ook de grafici die in de oorlog onmogelijke beslissingen moesten nemen en die last met zich meedroegen. ‘Het was voor de verspreiders van het vrije woord, de drukkers van levensreddende documenten, een onmogelijke keuze en opgave in deze jaren goed te handelen en te beslissen.’
Moeilijke keuzes
Naafs vertelde over Sjang van den Munckhof, bekend als Sjang den Drukker, uitgever en drukker van regionaal nieuwsblad Peel en Maas dat sinds 1880 in Venray en omstreken verschijnt. Sjang probeerde zijn bedrijf open te houden om het nieuws te kunnen blijven verspreiden, maar kwam daarbij ook voor vreselijk moeilijke keuzes te staan. De drukkerij bestaat nog steeds, inmiddels geleid door de vierde generatie van den Munckhof. Dat één van hen, Christ van den Munckhof, vandaag aanwezig was om de gedenksteen te onthullen, gaf de plechtigheid een extra lading.
De grafische industrie en het verzet
Museumdirecteur Erik van den Dungen benadrukte het belang van de grafische industrie voor het verzet. Toen Nederland in mei 1940, na 5 dagen vechten en het bombardement van Rotterdam, capituleerde, dachten de meeste mensen dat de oorlog voorbij was. Er was hoop. ‘Maar wie al vrij snel signaleerde wat er aan de hand was, was verzetsman Bernard IJzerdraat, die in Rotterdam woonde en het bombardement van dichtbij had gezien. Hij presenteerde al op 18 mei 1940 zijn eerste schrijfsel in drukvorm. Ik denk dat de grafische branche er als eerste bij was om het verzet te mobiliseren en te helpen. De sector heeft het initiatief genomen op een belangrijk moment. IJzerdraat zei: ‘Hoezo hoop? Het gaat nu pas beginnen. Het wordt nu tijd om alert te zijn en in opstand te komen. Er is nog geen hoop’. Maar toch: hoop werd natuurlijk geboden door de illegaliteitskranten, doordat er op een andere manier nieuws beschikbaar kwam dan het nieuws dat verspreid werd door de bezetter.’
Hoop en waakzaamheid
Van den Dungen trok een parallel met de situatie nu: ‘Als sector hebben jullie door de jaren heen heel wat slagen gehad en jullie zijn er nog steeds, hoewel misschien in afgeslankte vorm. Jullie hebben internet overleefd, sterker nog: jullie maken het onderdeel van jullie bedrijfsvoering. Als ondernemers slagen jullie erin je te verhouden tot de nieuwe ontwikkelingen.’
Hij vroeg iedereen om stil te staan bij de informatie die wordt verspreid. ‘Even los van de vorm waarin het wordt verspreid: ik denk dat we, niet alleen jullie als KVGO en leden daarvan, maar wij als maatschappij, moeten stilstaan bij de informatie, verkeerde informatie, maar vooral ook de desinformatie waarmee we de laatste jaren geconfronteerd worden. Hoop aan de ene kant kun je niet los zien van waakzaamheid aan de andere kant. Wees waakzaam met wat je commercieel moet drukken. Met het verspreiden van informatie gaat momenteel veel mis. Er is veel verkeerde informatie en daarmee worden we chronisch op de verkeerde voet gezet, daar moeten we alert op zijn. En dat zal de komende jaren eerder toenemen dan afnemen. Daar waar jullie als grafische sector in 1940 het voortouw hebben genomen, ik wil niet zeggen doe het opnieuw, maar het is wel goed om je daarvan bewust te blijven.’
“Verzet begint niet met grote woorden”
Voordat hij overging tot de onthulling, las Dick Naafs uit het boek “Gevaarlijk drukwerk, een vrije uitgeverij in oorlogstijd” een gedicht voor van Remco Campert: “Verzet begint niet met grote woorden”. Vervolgens werd de gedenksteen, geplaatst in een van de buitenmuren van het museum, onthuld door Christ van den Munckhof. ‘We herdenken vandaag alle grafici die tijdens de Tweede Wereldoorlog, louter door het uitoefenen van hun vak het leven hebben moeten laten’, sprak Naafs de aanwezigen toe. ‘Dat hun sterven niet voor niets is geweest, maar ons elke dag bewust maakt dat leven in vrijheid een heel groot, zo niet het grootste goed is. Dat we ze nooit vergeten.’
Illegaal drukwerk
Na afloop van de onthulling kregen de aanwezigen een rondleiding door het museum. In de uitgebreide collectie van het museum bevindt zich ook een Heidelberg drukpers. Deze pers was van drukker Hoogendoorn, die anderhalf jaar lang de illegale krant De Vonk drukte. Ook maakte hij tienduizend exemplaren van een boekje van een verzetsman. In 1943 werd Hoogendoorn na verraad in zijn drukkerij opgepakt en geëxecuteerd.
Naar aanleiding van de gedenksteen en om meer aandacht te creëren voor de rol van de grafische sector in de oorlog, staat er nu ook een degelpers in het museum. Dit betreft een samenwerking met het Drukkerij Museum in Meppel. Kinderen krijgen een uitgebreide speurtocht mee met allerlei opdrachten. Op een typemachine moeten ze tenslotte een code kraken waarmee piloten veilig terug naar Engeland gevlogen kunnen worden. Vervolgens wordt op de degelpers een certificaat gedrukt met een dankwoord namens koningin Wilhelmina.
Bezoek de website voor meer informatie over het Oorlogsmuseum.
Foto boven: Christ van den Munckhof (links) en Dick Naafs (rechts) bij de gedenksteen. Foto door Rikus ten Brücke, Peel en Maas Media Venray.
Wekelijks het laatste nieuws in je inbox met de PRINTmatters nieuwsbrief