75 jaar vrijheid – de wereld achter de 1300 illegale kranten in WOII
Ons Volk. De Waarheid. Trouw. Parool. De Geus. Je Maintiendrai. Het zijn enkele van de honderden illegale kranten in de Tweede Wereldoorlog. PRINTmatters publiceerde dit artikel in januari als premium. Vanwege de aanstaande viering van 75 jaar vrijheid bieden wij het nu voor iedereen toegankelijk aan.
Er ging een gevaarlijke wereld van productie en distributie achter schuil die in het Verzetsmuseum wordt geïllustreerd en geduid. Bijzonder interessant, en goed om bij stil te staan, nu Nederland in 2020 75 jaar vrijheid viert. De directeur van het Verzetsmuseum, Liesbeth van der Horst, schetste een intrigerend beeld van de illegale pers. U leest hier een ruime samenvatting. Het (nu vanwege de coronacrisis helaas gesloten) Verzetsmuseum in Amsterdam vertelt het verhaal van vervolging, collaboratie en verzet in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Authentieke voorwerpen, foto's, documenten, film- en geluidsfragmenten geven de geschiedenis weer van gewone mensen in oorlogstijd. De illegale pers komt in één ruimte van het museum uitgebreid aan bod. Van der Horst licht toe:
‘Kort na de capitulatie van Nederland op 15 mei 1940 kwamen de kranten onder de censuur van de Duitsers. De kranten mochten alleen nog maar publiceren wat de bezetter voorschreef in noten aan de redacties. Er verschenen ook snel illegale kranten. De legale kranten waren onder meer De Telegraaf, Het Algemeen Dagblad en De Volkskrant (tot 1941). Deze uitgaven hielden zich aan de Duitse censuur.’
De drukpers van handelsdrukkerij Hoogendoorn waarop de illegale krant "De Vonk" werd gedrukt.
Kranten van toen
Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen was een van de eerste illegale kranten; deze ging later over in Het Parool. Pieter ’t Hoen was de schuilnaam van Frans Johannes Goedhart, die als verzetsstrijder verantwoordelijk was voor de uitgaven. Andere kranten waren Vrij Nederland (tegenwoordig een tijdschrift), Trouw (in de oorlog een afsplitsing van Vrij Nederland) en de toen belangrijke communistische verzetskrant De Waarheid, opgeheven in 1990.
Er zijn veel meer illegale kranten in het museum te zien: Ons Volk, Oranje-Bulletin, Typhoon uit de Zaanstreek (in 1992 samengegaan met Dagblad Zaanstreek) en Hilversum III, een verzetskrant uitgegeven door vier jonge mannen. Er waren ook verzetskranten voor speciale doelgroepen, waaronder De Geus voor studenten en De Vrije Kunstenaar voor kunstenaars.
De verzetskrant Je Maintiendrai. Wegens papierschaarste was er weinig ruimte voor beeld.
Een hoge meeleesfactor
‘De taak van de illegale kranten was in de eerste plaats betrouwbaar nieuws geven’, gaat Liesbeth verder. ‘Je had luisterposten waar mensen naar de Engelse radio, de BBC-uitzendingen, luisterden en de berichten overnamen voor een verzetskrant. Een andere taak was mensen oppeppen: ‘Leg je er niet bij neer, kom in verzet, houd moed’. Vaak stond er op de verzetskranten vermeld dat je de krant door moest geven. Eén exemplaar moest zoveel mogelijk lezers bereiken.’
Enorme verschillen
In de vijf jaar (mei 1940 - mei 1945) dat Nederland werd bezet, waren er op een gegeven moment wel 1300 verschillende illegale kranten in omloop. De oplage en frequentie verschilden enorm. Sommige kranten hadden een oplage van enkele tientallen, andere vele honderden. Ze verschenen merendeels één of twee keer in de week. Liesbeth: ‘Aan de ene kant kwam die grote verscheidenheid door de verzuiling in Nederland. Voor de oorlog hadden de katholieken, protestanten, socialisten en liberalen allemaal hun eigen kranten en dat werd in de oorlog voortgezet. Deels overigens, want er waren verzetskranten zoals Je Maintiendrai, die de verzuiling juist wilden doorbreken. Ook hadden sommige kranten verschillende, lokale edities, vooral na de Spoorwegstaking (september 1944 tot aan de bevrijding in mei 1945), toen de verbindingen geblokkeerd werden. Van Trouw bijvoorbeeld waren tientallen versies.’
In het midden de gecensureerde krant van de Nederlandse Dagbladpers, die de bezetter blijkens de tekst in het midden - deze wordt leesbaar door uw beeldschermweergave te vergroten - érg dankbaar was dat er geen voor-censuur werd gepleegd en haar redacteuren en uitgevers aanspoorde om dit vertrouwen voorál niet te beschamen. Rechts de ongecensureerde stencils van verzetsmedia.
Geen ruimte voor plaatjes
Illegale kranten werden vaak helemaal vol gezet met tekst, omdat papier schaars was. Het nieuws was belangrijker dan de lay-out. De grotere illegale kranten kregen op een gegeven moment verslaggevers. Voor het illegale Parool werkte Simon Carmiggelt, onder de schuilnaam Dick van Schoonhoven. Hij corrigeerde alle drukproeven en kwam de kopij zelf brengen bij de Amsterdamse drukkerij Joh. Jesse die vanaf 1944 deze illegale krant drukte. Carmiggelt zorgde ook voor de verspreiding. In zijn latere leven praatte hij nauwelijks over deze gevaarlijke periode.
Stencilen in het geheim
Aan het begin van de oorlog werden de illegale kranten vooral gestencild. Het was een vrij makkelijke manier om een boodschap te vermenigvuldigen. Liesbeth: ‘Mensen die actief waren in het verenigingsleven hadden soms een stencilmachine in huis. Het was niet zo’n groot apparaat en daardoor gemakkelijk te verstoppen op zolder of in de kelder. Het moedervel werd getypt met een schrijfmachine, dit vel werd gespannen in de stencilmachine, er werd papier toegevoegd en dan was het draaien aan de handzwengel voor kopieën.’
Bijzonder: een door een fietswiel (helemaal links) aangedreven stencilmachine. Aan het begin van de oorlog werden verzetskranten vooral gestencild: een gemakkelijke manier om een boodschap te vermenigvuldigen.
Relatief veel drukkers omgekomen
Het drukken van illegale kranten in grotere oplagen gebeurde in bestaande drukkerijen. Dat was voor deze bedrijven een groot risico. De verzetskranten werden gedrukt in de nacht of overdag tussen het andere drukwerk door. In die tijd werd het zetwerk nog gedaan met loden losse letters. Het zetten, opmaken en terugzetten van de loodletters in de letterkast was tijdrovend werk. Je kon alles niet snel even verstoppen. Als er een inval of een controle was, dan was je er bij. Er zijn daarom relatief veel drukkers in de Tweede Wereldoorlog opgepakt en omgekomen. In het Verzetsmuseum staat de drukpers van handelsdrukkerij Hoogendoorn in Haarlem, bijvoorbeeld, die de illegale krant De Vonk drukte. De eigenaar Johannes Hogendoorn werd in 1943 gearresteerd nadat een van de verspreiders was opgepakt en doorgeslagen. Hij werd in 1944 gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte. Zijn zoon kwam ook in de gevangenis terecht, maar overleefde de oorlog. Hij heeft zelfs de drukpers teruggekregen.’
Overal drukken dankzij speciale drukmethode
In plaats van los zetsel werd er voor het drukken ook gebruik gemaakt van drukplaten, zogenaamde stypen. Dankzij deze drukmethode kon een illegale krant op verschillende plaatsen in het land worden gedrukt. In kartonachtig materiaal werden dan op een speciale pers afdrukken gemaakt van loodzetsel. Als de stypen in een oven verhard werden, kon er opnieuw een gehele pagina zetsel worden gegoten. In het Verzetsmuseum zijn stypen te zien, en een tas met geheime bergplaats die door een medewerker van de illegale krant Ons Volk werd gebruikt voor vervoer.
Aan het einde van de oorlog was er met regelmaat geen stroom beschikbaar. Toen werd er veel met de hand gedrukt, bijvoorbeeld met de degelpers, een drukpers die werkt volgens het hoogdrukprincipe. De drukkerij Joh. Jesse drukte Het Parool vanaf 1944 tot aan de bevrijding met deze drukpers. Ook deze pers is in het museum te zien.
Sjoemelen met papier
Tijdens de oorlog was het niet altijd even gemakkelijk om aan papier te komen. Vanaf 1942 moest voor elke publicatie een papiervergunning worden aangevraagd. De vergunning werd in de vorm van het zogenaamde “K-nummer” op elk drukwerk vermeld. ‘Het papier voor drukkers was toen gerantsoeneerd’, zegt Liesbeth. ‘Gelukkig kon je sjoemelen. Je bestelde papier voor een bepaald doel, maar een deel ervan hield je achter voor verzetskranten. Verzetsgroepen stalen ook papier. Het stelen van dit soort zaken noemden ze “organiseren”. Het georganiseerde papier werd op een geheime plaats opgeslagen.’
Dankzij stypen kon een illegale krant op verschillende plaatsen in het land worden gedrukt. Voor het vervoer werd een tas met geheime bergplaats gebruikt.
Verspreiding extreem riskant - 23 doden bij Trouw
De verspreiding van illegale kranten verliep op verschillende manieren. Mensen waren vindingrijk, maar ze waren ook bang en voorzichtig. Het was heel gevaarlijk werk. Je kon er voor worden opgepakt, in de gevangenis belanden en in het ergste geval geëxecuteerd worden. Bovendien werd de distributie van grote oplagekranten tijdens de Spoorwegstaking een stuk lastiger. ‘Grote oplagen van kranten werden voor de Spoorwegstaking vaak vervoerd met de trein door een groepje verzetsmensen’, vertelt Liesbeth. ‘Een van hen stapte in de trein met de koffer waarin de oplage zat. De koffer werd ergens onbeheerd neergezet. De groep ging verspreid zitten, zodat niet kon worden herleid van wie de koffer was. Na de reis werd deze weer meegenomen. Vertrek en aankomst waren dus risicovolle momenten. Een van de hoofdverspreiders van Trouw, de heer De Graaf, had maar liefst vijf verschillende identiteiten, waaronder die van inspecteur dienst perron. Hij kon zich zo vrij bewegen en veel organiseren voor de verspreiding van Trouw.’ De huidige krant Trouw voelt tot op de dag vandaag de pijn van de Tweede Wereldoorlog. Begin augustus 1944 werden 23 verspreiders van verzetskrant Trouw gefusilleerd bij kamp Vught. Historicus Peter Bak presenteerde in september in het Verzetsmuseum zijn boek Duivels dilemma, dat een reconstructie is van deze ingrijpende gebeurtenis.
Moedervellen in fietsframes
Lokaal werden de kranten vaak in het geheim vervoerd door vrouwen - voor de bezetter het zwakke geslacht dus ongevaarlijk - op de fiets. Zij verstopten de kranten in hun fietstassen. Het dunne moedervel voor een stencilmachine kon in het frame van je fiets. Ergens anders konden dan weer gestencilde kranten worden gemaakt. Liesbeth: ‘Kranten werden ook stiekem gestopt in brievenbussen of in jassen en tassen in bijvoorbeeld kleedhokjes van zwembaden. Als je gesnapt werd met een krantje in je tas, dan kon je meestal wegkomen met de smoes: “Ik wist niet dat het erin zat”. Aan het einde van de oorlog werden delen van kranten ook buitenshuis opgeplakt zodat mensen in het voorbijlopen snel het laatste nieuws konden lezen.’
Enorme nieuwshonger in aanloop naar de bevrijding
Naarmate de oorlog vorderde werden de straffen voor drukkers steeds harder, zo vervolgt Liesbeth. ‘De illegale kranten gaven het echte nieuws. In de gecensureerde pers schetste de bezetter een positief beeld over zichzelf. De mensen mochten niet weten hoe slecht het ervoor stond. Toen duidelijk werd dat de geallieerden niet lang meer op zich zouden laten wachten, kregen mensen een enorme nieuwshonger. De illegale kranten gaven daarom veel nieuws over krijgsontwikkelingen. Ook zag je artikelen waarin al werd nagedacht over hoe de samenleving er na de oorlog moest uitzien. Alle kranten brachten een bevrijdingsnummer uit, vaak in heel hoge oplage gedrukt. Deze is toen door heel veel mensen bewaard. Het risico om opgepakt te worden was in één keer weg.’
Inmiddels kennen we in Nederland geruime tijd persvrijheid, noodzakelijk voor het functioneren van onze democratie. Een groot goed om extra bij stil te staan nu we in 2020 75 jaar vrijheid vieren.
Bezoek het Verzetsmuseum Amsterdam
Ervaar de moed van de drukkers in WOII. Ga, zodra de coronaregelingen het weer toelaten, naar tickets.verzetsmuseum.org en koop online tickets voor toegang tot het museum.
Liesbeth van der Horst, directeur van het (nu door de coronacrisis helaas gesloten) Verzetsmuseum: 'Het drukken van illegale kranten in grotere oplagen gebeurde in bbestaande drukkerijen. Dat was voor deze bedrijven een groot risico.'