Abonneren  Inloggen

Gevaarlijke stoffen terugdringen

3 juni 2021

De sociale partners Grafimedia actualiseren dit jaar de in 2017 groots ingezette campagne “Stofwisseling”. Nieuwe initiatieven en activiteiten ondersteunen ondernemers bij de verdere uitfasering van gevaarlijke stoffen uit de productieprocessen in grafische - en signbedrijven.

‘Veilig en gezond werken is in het belang van werkgevers en werknemers’, benadrukt Danny Wilms, secretaris van de Werkgroep Arbeid en Gezondheid in de Grafimedia (WAGG). We spraken met hem hierover, evenals met Peter Tegel van het Dienstencentrum, die namens de WAGG de campagne “Stofwisseling” uitvoert.

Tips

De kracht zit hem in de herhaling: in 2017 werden in het kader van de campagne “Stofwisseling” best practices gedeeld door bedrijven die voorliepen met de terugdringing van gevaarlijke stoffen uit grafische productieprocessen, en werden instrumenten en voorlichtingsmateriaal ontwikkeld. Mede hierdoor is het aandeel bedrijven dat werkt met ongezonde oplosmiddelen en wasmiddelen (zie kader) nog verder afgenomen. Om blijvend bewustzijn te creëren en nog meer bedrijven te stimuleren tot uitfasering van gevaarlijke stoffen uit het productieproces, besloten de sociale partners om de campagne in 2021 een nieuwe boost te geven: een soort “Stofwisseling 2.0”. De volgende activiteiten worden nog dit jaar uitgevoerd:

  • Actualisatie van het voorlichtingsmateriaal
  • Delen van drie ‘best practices’ ten aanzien van het uitbannen van gevaarlijke stoffen
  • Drie mailings namens de sociale partners Grafimedia met praktische tips over de uitfasering van gevaarlijke stoffen uit productieprocessen
  • Twee webinars waarvoor werknemers zich op een later moment kunnen inschrijven
  • Artikelen in vakbladen
Danny Wilms, secretaris van de Werkgroep Arbeid en Gezondheid in de Grafimedia (WAGG).

Motieven om schoner te werken

Danny Wilms legt uit hoe de vlag er bij hangt rondom het gebruik van gevaarlijke stoffen in drukkerijen en signbedrijven. ‘Sinds de lancering van “Stofwisseling” maakten al veel bedrijven de slag naar het gebruik van minder of geen gevaarlijke stoffen in het productieproces. Andere bedrijven zijn hier nog volop mee bezig. Met de hernieuwde focus op dit thema in 2021 willen de sociale partners Grafimedia de bedrijven die nog met dit proces moeten starten of die hiermee nog bezig zijn (verder) in beweging krijgen. Daarvoor bestaan allerlei goede redenen: we willen alle gevaarlijke stoffen waar mogelijk uitbannen en de bewustwording op dit gebied bij bedrijven verder vergroten. Daarnaast is het bedrijfseconomisch vaak zo dat wanneer je de goede dingen doet, je dat terugverdient. Zo leiden gezonde, veilige en prettige arbeidsomstandigheden tot duurzame inzetbaarheid van je medewerkers en tot een beter bedrijfsimago. Maar ook ethisch moet je jezelf als ondernemer de vraag stellen: “Wil ik dat mijn medewerkers tot hun 67e productief, prettig en zonder problemen bij mij kunnen werken of niet?” Het antwoord daarop is toch “ja”? En dat geldt nog eens extra vanwege de enorme mate van vergrijzing in deze sector. Ondernemers moeten er dus voor zorgen dat hun bedrijven in alle opzichten aantrekkelijk zijn om voor te werken.’

Portretten Dienstencentrum
Foto ; Pim Ras
Peter Tegel, adjunct-directeur en senior-adviseur bij het Dienstencentrum

Schoner werken leidt tot legio besparingen

Peter Tegel vult aan: ’Het gaat dus om een gedragsverandering die leidt tot duurzame inzetbaarheid van je personeel. Zo ongeveer tussen 1998 en 2012 zijn de voorlopers uit de grafimediasector al overgegaan op het gebruik van minder of geen gevaarlijke stoffen, waardoor hun personeel minder aan stank en alcoholdampen wordt blootgesteld. Zij haalden daar allerlei voordelen uit. Denk hierbij ook aan kleurkrachtvergroting, kostenvoordelen door verlaging van het gebruik van grond- en hulpstoffen, lagere investeringen vanwege een minder dure brandverzekering en minder benodigde ventilatie, enzovoort. Het kost natuurlijk moeite, maar het levert ook veel op om met schonere productieprocessen te werken.’

Dit artikel komt uit ons magazine. Meer van dit soort content lezen? Word abonnee!

Kwetsbaarheden en angsten bespreekbaar maken

Wilms stelt dat allerlei vragen en kwetsbaarheden een rol spelen bij de vervanging van gevaarlijke stoffen in de productie: ‘Bijvoorbeeld vragen als “Wil ik dit wel?” en “Kan ik dit wel?” ‘Wanneer je bepaalde oplos- of wasmiddelen niet meer gebruikt, kan misschien de normtijd voor de productie worden overschreden. Misschien duurt het instellen van de machine hierdoor wel langer. Hoe groot wordt dan de druk op de betrokken werknemer? Is er ruimte voor overleg? Cruciaal is uiteindelijk de houding van de directie. Omdat er in de grafimediasector vaak sprake is van lage marges, zijn er weinig medewerkers op de werkvloer en ontbreekt vaak het toezicht. Maar het is de directie die de juiste werkwijzen en het juiste gedrag moet faciliteren.’

Wilms voegt daaraan toe dat de focus bij het tegengaan van gezondheidsrisico’s van medewerkers moet liggen op de plaats waar het probleem ontstaat, oftewel de bron: beperking of eliminatie van gevaarlijke stoffen uit het productieproces. ‘Pas als dat niet kan, kun je denken aan beschermende maatregelen zoals het dragen van een masker.’

Veel ondersteuning vanuit WAGG

Peter Tegel toont tot slot begrip voor de moeilijke context waarin veel grafische bedrijven werken. ‘Wij snappen hoe moeilijk het is wanneer je als bedrijf vecht om te overleven, terwijl ook van je verwacht wordt dat je bepaalde stoffen uit je processen gaat verwijderen of uitfaseren. Maar ondernemers staan er niet alleen voor!’ Danny Wilms: ‘Als Werkgroep Arbeid en Gezondheid in de Grafimediabranche geven wij hen in 2021 via al onze materialen en activiteiten een extra steun in de rug. Het gaat erom dat er binnen de bedrijven de wil en motivatie is om hier werk van te maken. Het getuigt van goed werkgeverschap om die gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk de deur uit te werken. Ga je hiermee aan de slag, dan kom je in een positieve spiraal terecht. Dat heeft het verleden bij de voorlopers op dit gebied wel uitgewezen.’